Dag 10 - 6 april Van Shamrock (Texas) naar Tucumcari (New Mexico)

We zijn halverwege! Vanmiddag, rond 5 uur plaatselijke tijd, waren we bij het Midpoint Café in Adrian, dat verondersteld wordt precies halverwege Chicago en Los Angeles te liggen. Hoewel het Café al dicht was, was de eigenaar zo vriendelijk ons binnen te laten voor het maken van foto’s en het kopen van stukken van zijn beroemde ugly crust pie voor onderweg.  Het café is letterlijk een plaatje.




Eerlijk gezegd hebben we vandaag wel wat gesmokkeld en ook flinke stukken Interstate gereden. Bijna  het gehele tracé van Route 66  door de ‘panhandle’ van Texas loopt als een soort ‘ventweg’ vrijwel parallel aan de Interstate. Er zijn wel enkele oudere stukken maar die zijn met een camper niet te berijden. Al met al maakt het voor het landschap niet zoveel uit of je de Interstate neemt of niet.

Dat landschap strekt zich als een enorme vlakte uit, zover als het oog reikt. Soms is het land in cultuur gebracht en zie je vee grazen, soms rijd je letterlijk door de prairie. Hoewel de ventweg naast de snelweg wel noodt tot onthaasten,  geeft het toch niet het echte Route66-gevoel.

Het stuk van Groom, via Conway naar exit 89 vonden we wel de moeite waard.

We beginnen de dag in McLean, bij het prikkeldraadmuseum. Hoewel alle verschillende soorten prikkeldraad voor ons niet zo interessant zijn, hebben we er wel geleerd dat die omheiningen en de karakteristieke windmolentjes het mogelijk maakten de prairies om te werken tot vruchtbaar land, waar het vee door de omheining werd tegengehouden en onverlaten er niet gemakkelijk in konden.




 In het museum is ook een kleine maar interessante foto-expositie over de Dustbowl, de stofstormen en jarenlange droogte in de dertiger jaren. Omdat er niets meer groeide en er geen werk meer was, trokken tienduizenden mensen naar het Westen over – jawel – de Route66. Indrukwekkend om te zien.

Onderweg naar Amarillo komen we door verlaten plaatsjes waar sommige signs en oude benzinestations aan betere tijden herinneren en andere fraai gerestaureerd zijn.





  
Een bezoek aan Amarillo kan niet zonder een stop bij  The Big Texan, een enorm Steakhouse met bijbehorend hotel. Als je een steak van 72 oz, oftewel ruim 2 kilo, binnen het uur kunt eten, hoef je niet te betalen. Daar hebben we ons niet aan gewaagd maar een lunch-portie in de enorme maar toch wel gezellige eetzaal kunnen we niet weerstaan. 




Voor het echte Texasgevoel nemen we ook nog een kijkje in een enorme winkel met Western kledij. De laarzen en hoeden staan er met duizenden voor het uitzoeken.




Even voorbij Amarillo vinden we de Cadillac ranch. Een steenrijke Texaan stelde in 1974 een kunstenaarscollectief in staat als kunstwerk tien Cadillacs op zijn land half in te graven. Sindsdien mag iedereen zich er naar hartenlust op uitleven met een spuitbus verf.



Via de Interstate rijden we vervolgens naar Adrian en aansluitend naar Tucumcari in New Mexico. Daar verandert het landschap weer en zien we in de vlaktes de eerste tafelbergen verschijnen.



Bij het Blue Swallow Motel kopen we een fotoboek van Route66.

Een plaatsje voor de nacht vinden we op  de Kiva-camping, annex motel.

En weer valt ons op hoe vriendelijk iedereen is, van de mevrouw in het prikkeldraadmuseum tot de uitbater van het Midpointcafé en van de eigenaresse van het Blue Swallow Motel tot de baas van de kleine camping, iedereen wil het ons naar de zin maken en is bereid tot een praatje.

We zijn nu bij kilometer 2122; nog 1915 te gaan.   

Printfriendly